dinsdag 24 april 2012

Het onderwijslandschap in Nederland


Het wordt ook eens tijd dat ik wat meer vertel over de structuur van het onderwijs in Nederland. Ik heb allicht al wat termen gebruikt die niet meteen bekend klinken. Ik heb een collega gevonden die me wat meer wilde vertellen over het onderwijslandschap hier.

In Nederland valt het onderwijs onder de bevoegdheid van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Momenteel is Marja van Bijsterveldt minister van onderwijs. Net zoals hier in België, kan het onderwijs in Nederland opgedeeld worden in twee takken. Enerzijds is er het openbaar onderwijs. Anderzijds is er ook bijzonder onderwijs. Openbaar onderwijs is onderwijs dat is opgericht door de regering. Bijzonder onderwijs is al het onderwijs dat niet is opgericht door de regering. Het gaat dus over onder andere katholiek onderwijs, Islamitisch onderwijs, methode-onderwijs,… Daarnaast bestaat ook het speciaal onderwijs. Dit is te vergelijken met ons buitengewoon onderwijs en is voor leerlingen met leermoeilijkheden.

Het middelbare onderwijs wordt hier voortgezet onderwijs genoemd. Hierbinnen zijn er een aantal verschillende niveaus.

vwo
Laat ik beginnen met het vwo. Vwo is de afkorting voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs. Dit is de meest theoretische studierichting. De eerste drie jaar zijn algemeen, voor alle leerlingen in vwo hetzelfde. Na drie jaar maken de leerlingen een profielkeuze. Ze kunnen kiezen uit volgende profielen: cultuur en maatschappij, economie en maatschappij, natuur en gezondheid of natuur en techniek. Elk van deze profielen hebben een aantal verplichte vakken. Naast deze verplichten vakken kiezen de leerlingen ook een aantal keuzevakken.

Profielkeuze voor vwo

De leerlingen vwo studeren af na zes jaar in het voortgezet onderwijs. Het zijn meestal de leerlingen uit vwo die doorstromen naar de universiteiten. Hier volgen ze dan een academische bachelor van meestal drie jaar en nadien kunnen ze eventueel nog verder studeren.

gymnasium
Een speciale vorm van vwo is het gymnasium. Dit zijn de opleidingen die binnen het vwo de vakken Grieks en/of Latijn aanbieden.

havo
Naast vwo bestaat er in Nederland ook havo. Havo staat voor hoger algemeen voortgezet onderwijs. Leerlingen in het havo studeren hierin gedurende vijf jaar. Deze leerlingen hebben dus een diploma voortgezet onderwijs op hun 17e. Ook deze leerlingen hebben drie jaar algemene vakken en maken voor het begin van het vierde jaar een keuzeprofiel op. Net als in havo kunnen ze kiezen uit de vier profielen die ook in havo gehanteerd worden.

Profielkeuze voor havo

Als deze leerlingen op hun 17 een diploma in handen hebben stromen ze meestal door naar hogescholen. Daar volgen ze dan een professionele bachelor van vier jaar. Het verschil met ons onderwijs is dus dat deze leerlingen een jaar vroeger uit het middelbaar komen maar een jaar langer in de hogeschool zitten.

vmbo
Vmbo staat voor voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs. Dit is een stukje in het Nederlandse onderwijslandschap dat nog niet zo eenvoudig is.
Binnen het vmbo zijn er vier leerwegen:
-          De theoretische leerweg (tl): Dit is, samen met de gemengde leerweg, de cognitief moeilijkste leerweg binnen vmbo. Binnen deze leerweg hebben de leerlingen nog geen beroepsgericht vak maar ze leggen wel examen af in vijf theoretische vakken.
-          De kaderberoepsgerichte leerweg (kl): In deze leerweg doen de leerlingen theorie op door ervaringen in de praktijk. Deze leerlingen leggen examen af in vier theoretische vakken en één beroepsgericht vak.
-          De basisberoepsgerichte leerweg (bl): Deze leerweg is minder theoretisch aangelegd. De leerlingen leggen examen af in vier theoretische vakken en één beroepsgericht vak.
-          De gemengde leerweg (gl): Deze leerweg is bedoeld voor leerlingen die geen moeite hebben met studeren maar zich toch al willen toespitsen op een beroep. Deze leerlingen leggen examen af in vijf theoretische vakken en één beroepsgericht vak.

Binnen deze leerwegen kiezen de leerlingen ook weer voor een sector. Ze kunnen kiezen voor techniek, economie, landbouw en groen of zorg en welzijn.

Profielkeuze voor tl, een van de leerwegen binnen vmbo

De leerlingen uit het vmbo stromen na vier jaar door naar het mbo, het middelbaar beroepsonderwijs. Het mbo is een onderwijsvorm die ook weer vier jaar duurt. De leerlingen die uit het vmbo doorstromen naar het mbo zijn dus ongeveer 20 jaar als ze op de arbeidsmarkt komen. Binnen het mbo kiezen ze weer één van de sectoren die ook in het vmbo bestaan. In het mbo worden ze dan klaargestoomd voor een later leven in het beroepenveld. 

centrale examens

Aan het einde van de carrière in het voorgezet onderwijs wordt een examen afgenomen. Deze examens zijn centraal en dus niet opgesteld door de school zelf. Alle leerlingen in Nederland die binnen eenzelfde jaar en eenzelfde profiel afstuderen hebben dus hetzelfde examen.

Bij dezen hoop ik dat ik de kluwen van het Nederlandse onderwijs een beetje heb ontward. Ik hoop ook dat eerdere blogberichten nu misschien iets duidelijker geworden zijn.

De Vlaamse les

Ik heb er al een aantal keer iets over laten vallen, maar vandaag was het echt zo ver: de les Vlaams. De leerlingen hier zijn echt wel redelijk gefascineerd door het taaltje dat ik spreek. Ze vinden het geweldig als ik mijn mond open doe en ze vragen regelmatig of ik nog wat 'Belgisch' wil spreken. Vandaag kregen ze zo veel 'Belgisch' als ze maar wilden.

Ik had voor vandaag een lesje voorbereid. Deze zat als volgt in elkaar:

1) Inleiding
Ik was wel eens nieuwsgierig naar wat de leerlingen van Vlaanderen en België weten. Mijn eerste vraag was dus erg eenvoudig: wat kunnen jullie vertellen over Vlaanderen?
De antwoorden die ik kreeg waren erg divers. Veel leerlingen zijn niet echt bekend met het onderscheid tussen Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Manneke pis en het Atomium waren dus populaire antwoorden hoewel ze strikt genomen niet echt juist zijn.  Ook het 'conflict' tussen Vlaanderen en Wallonië en de politieke situatie waren een veel terugkomend antwoord. Blijkbaar is Vlaamse televisie in Nederland populairder dan ik dacht. Iedereen kende studio 100 en ook Ketnet wordt hier vaak bekeken.

2) Stereotypen
Uiteraard hadden alle leerlingen op voorhand al hun mening opgemaakt over Belgen. We eten een hele dag door frietjes, wafels en chocolade, dit alles vergezeld door veel bier. Ook wordt hier aangenomen dat Belgen door al die culinaire uitspattingen ook allemaal dik zijn.

Ook denken de leerlingen dat Belgen allemaal dom zijn. Dit komt vaak tot uiting in de mopjes die ze hier vertellen over ons. Ik wist hen wel te overtuigen van het feit dat we niet zo dom zijn door hen te verzekeren dat wij alle mopjes die zij kennen ook vertellen. Maar wij vervangen de domme Belg door de domme Nederlander.

Toen ik vroeg naar een aantal belgenmopjes moesten de leerlingen niet lang nadenken. Een greep uit het aanbod:
"Waarom heeft een Belg een mes in zijn auto?" "Om de bocht af te snijden."
"Sinterklaas, Zwarte Piet en een hardwerkende Belg gaan op hotel. De volgende dag is de barman dood. Wie heeft hem vermoord?" "Sinterklaas, Zwarte Piet en hardwerkende Belgen bestaan niet, de barman heeft zelfmoord gepleegd."

3) Typisch Vlaams
Nadien bekeken de leerlingen een fragment uit een op-en-top Vlaamse serie: f.c. De Kampioenen. Hierbij moesten ze letten op woorden of structuren die typisch Vlaams zijn. Een aantal dingen die men hier in Nederland opvallen vinden waren het gebruik van ge/gij, verkleinwoorden op -ke, woorden zoals plezant, allez en amai, ...
Ik heb de leerlingen wel duidelijk gemaakt dat in f.c. De Kampioenen heel wat tussentaal gesproken wordt. Maar toch zijn dit dingen die wij als Vlamingen vaak zeggen.

Nadien kregen de leerlingen kaartjes met daarop woorden die veel voorkomen en Nederland en hun typisch Vlaamse tegenhanger. Van heel wat woorden - goesting, kuisen, bankcontact, wijsheidstand, beenhouwer, ajuin,... - hadden veel leerlingen zelfs nog nooit gehoord.

Deze les leidde tot heel wat wederzijdse verbazing, hilariteit en hopelijk ook begrip.

Voor deze les heb ik gebruikgemaakt van een Prezi-presentatie. Die kan je bekijken via deze link. Mevrouw Moes en haar leerlingen hadden hiermee nog nooit gewerkt. Met trots deel ik mee dat een aantal leerlingen mij na de les zijn komen vragen hoe ik deze mooie presentatie gemaakt had en hoe zij het programma ook konden gebruiken. We leren met deze uitwisseling dus duidelijk van elkaar.

Er was tijdens deze voormiddag les geven toch weer een eigenaardigheidje. De leerkrachten hadden deze middag een vergadering. Daardoor mochten de leerlingen vroeger naar huis. Bij ons zouden de leerkrachten die les geven na de middag dan gewoon pech hebben en zou hun les niet kunnen doorgaan. Hier werd dit probleem toch net iets anders aangepakt: met verkorte lesuren. De leerlingen hebben in plaats van de gewoonlijke 50 minuten dan maar 30 minuten les. Ze krijgen dus voor de middag toch nog zes lesuren. Zo moet geen enkele klas bepaalde lessen missen. Dit vond ik eigenlijk niet slecht bedacht. Al zou het bij ons natuurlijk ondenkbaar zijn vergaderingen gepland worden op een moment dat iedereen eigenlijk les heeft.

Dit was mijn laatste dag op Ichthus. Ik heb er van genoten en ik heb er ook nog wat uit bijgeleerd. Ik wil via deze weg mevrouw Moes en de andere leerkrachten die hun deuren voor mij opengezet hebben nog eens extra bedanken. Ik heb zelden zo een warm onthaal gekregen op een stageschool. Bedankt.

Waar ik dan weer niet rouwig om ben, is dat er een eind is gekomen aan de ellendige busrit van Zwolle naar Dronten. Deze busrit duurde maar liefst 40 minuten. Om 7u 's morgens is dat geen pretje. Slapen was niet echt een optie. Ondanks het feit dat ik mijn wekker zet heb ik toch een panische angst om plots ergens in Lelystad wakker te worden. Door het feit dat de weg tussen Zwolle en Dronten een 20-tal ronde punten bevat is lezen ook maar een misselijkmakende bedoening.
Maar als een busrit het enige minpuntje is aan een stageperiode, kunnen we gerust van een eclatant succes spreken.

Een dagje in het eerste jaar vmbo

 De trouwe volgers zullen allicht gemerkt hebben dat er gisteren geen nieuw bericht verschenen is. Door een acuut internetprobleem heb ik mijn bericht niet kunnen posten. Goddank had ik het wel in Word gemaakt en bestaat het dus wel degelijk. Ik post het dus gewoon vandaag zoals ik het gisteren geschreven heb.

Ook vandaag had ik weer een zeer interessante dag. Om nader kennis te maken met het reilen en zeilen op een middelbare school in Nederland, heb ik een hele dag eenzelfde klas gevolgd. Ik maakte kennis met de jongens en meisjes van 1f, een vmbo-klas met 24 leerlingen. Het was een zeer enthousiaste, energieke maar oh zo leuke klas om te volgen. Dit is wat er vandaag allemaal op het programma stond:

Geschiedenis
Zoals gewoonlijk wordt de les begonnen met de dagopening. Dit is een bezinningsmomentje. De leerkrachten houden zich wel aan een thema maar kunnen dit voor de rest zelf invullen. Zo duurde dit openingsmomentje beduidend korter dan hetgene ik hiervoor al gezien had. Het was ook minder christelijk geïnspireerd.

De leerlingen hadden voor deze les een presentatie voorbereid. Ik heb reeds verteld dat ze hier in één jaar wat geschiedenis betreft heel wat meer leerstof zien. De leerlingen hadden het dan ook over de middeleeuwen. Ik zag een presentatie over middeleeuwse straffen en ééntje over de pest. En toen zaten we met een probleem. Want blijkbaar hadden niet alle groepjes even goed voorbereid tegen vandaag. Opvallend was dat de leerkracht hier niet kwaad om werd. Wel liet ze duidelijk weten dat dit zeker niet geapprecieerd werd. De leerlingen moesten zelf een oplossing vinden voor dit probleem. Er werden duidelijke afspraken gemaakt naar volgende les toe en de leerlingen kregen nog wat tijd om aan andere vakken te werken.

Tijdens de presentaties van de andere leerlingen moest iedereen zijn bank leegmaken. Zo was er geen afleiding en kon iedereen aandachtig luisteren naar de leerlingen die vooraan stonden. Ook opvallend was dat de leerlingen tijdens de “studie” naar muziek mochten luisteren. Dit zou bij ons ondenkbaar zijn. Het viel me ook op dat de leerlingen nog geen feedback kregen over hun presentatie. Die krijgen ze pas als iedereen aan de beurt is geweest. 

Nederlands
De tweede les, Nederlands, was bij een oude bekende: mevrouw Moes.. Tijdens deze les worden oefeningen verbeterd die de leerlingen moesten voorbereiden tegen vandaag. Hierbij worden verschillende manieren gehanteerd: leerlingen komen aan bord, de leerlingen duiden iemand anders aan van het andere geslacht om de volgende oefening te verbeteren, er wordt galgje gespeeld, … Tijdens deze les worden de toepassingen van het digitale bord ook echt gebruikt, het is meer dan enkel een projectiescherm.

De leerlingen hebben een tijdje geleden een opdracht gekregen om een presentatie rond een jeugdboek te maken. De evaluatie hierrond is enorm transparant. De leerlingen zien echt meteen waarop ze punten krijgen en wat er zeker in hun presentatie moet staan. 

Tijdens deze les krijgt een leerling een straf. De leerling was aan het praten met de buren en kreeg een andere plaats toegewezen. Hierop trok de leerling een gezicht, wat helaas werd opgemerkt door de leerkracht. De leerkracht speelt hierop meteen in door te vragen aan de leerling wat er fout gaat. Hierdoor lijken de leerlingen wel te beseffen welk gedrag er al dan niet door de beugel kan. De straf wordt ook heel snel geaccepteerd. Een tip om te onthouden. 

Wiskunde
Het was al eeuwen geleden dat ik nog een les wiskunde had bijgewoond. Ik ben daar eerlijk gezegd niet rouwig om want dit vak heeft bij mij geen bijster positieve indruk nagelaten. Een duf boek met duffe voorbeelden, duffe theoriekaders gegeven door een meestal duffe leerkracht. Zo kan ik mij dit vak herinneren. Gelukkig ging het er hier heel anders aan toe. Het handboek wiskunde zag er waarlijk aantrekkelijk uit. De voorbeelden waren echt levensecht en de namen die erin voorkomen bestaan ook echt. Bovendien zaten er heel wat afwisselende opdrachten in. Er waren zelfs pagina’s met echte (leuke) spelletjes. Kom dat tegen!

Tijdens de les was het eigenlijk ook nog wel best leuk. De leerlingen waren eigenlijk vooral zelf aan het werk. De leerkracht gaf een aantal opgaven op die de leerlingen zelfstandig maakten. Nadien konden ze verbeteren aan de hand van boekjes die vooraan in de klas lagen. Leerlingen die een vraag hadden gingen naar het bureau van de leerkracht. Op die manier kon iedereen op zijn eigen tempo werken en kreeg iedereen de hoeveelheid hulp die hij nodig had. Wiskunde in een nieuw daglicht!

Duits
Die Deutsche Sprache, eine wunderbare Sprache. Voor het eerst sinds jaren werd ik in een les nog eens geconfronteerd met deze taal. Wat meteen opvalt is de leeftijd waarop deze leerlingen Duits krijgen. Niet onlogisch als je ziet hoeveel kilometers grenslijn Duitsland en Nederland delen. Maar toch. In België hebben we zelfs een Duitstalige gemeenschap en toch leren wij de taal pas vanaf het derde jaar. 

De les kwam gezapig op gang. Eerst moest er nog een oefening verbeterd worden. Dit gebeurde heel klassiek door telkens een leerling aan te duiden. 

Nadien kregen de leerlingen een spreekfiche. Met deze fiche moesten ze een dialoogje voorbereiden. Vreemd genoeg was het niet de bedoeling dat de leerlingen dit dialoogje ook uitoefenden. Ze moesten enkel schriftelijk de zinnen die gezegd moesten worden neerschrijven. Zeer vreemd. Het voorbereiden gebeurde in drie stappen: eerst moesten de leerlingen zonder boek proberen, daarna mochten ze aanvullen met hun boek en nadien werd klassikaal overlopen. Toen zat de les er alweer op.

Drama
De eerste les na de middag was er eentje waarnaar ik eigenlijk wel uitkeek. Ik had nog nooit een les drama op school meegemaakt. 

Drama is voor de leerlingen een keuzevak. Ze kiezen uit een aantal kunstvakken: beeldende kunst, drama of muziek. Ik was erg benieuwd naar deze les omdat het iets is dat wij niet kennen op onze scholen, behalve in KSO. 

Tijdens deze les oefenden de leerlingen een reclamespot in. Ze hebben in groepjes een spotje bedacht. Dit gaat dan gefilmd worden. De leerlingen hadden al zelf gezorgd voor kledij, decor, attributen en een draaiboek. Tijdens deze les werd er voor de laatste keer gerepeteerd en volgende les wordt er dan gefilmd. Er waren ook een aantal leerlingen aangeduid voor regie en filmen. 

Tijdens deze les kreeg ik dus reclamespotjes voor stoelen, brillen, telefoonmaatschappijen en nog meer brillen te zien. Erg leuk allemaal, maar er werd ook heel wat geleerd. Bij het bekijken van de mapjes van de leerlingen ontdekte ik dat er ook heel wat aandacht wordt geschonken aan de ‘theoretische’ kant van de zaak. De leerlingen leren heel wat begrippen rond toneel en film. 

Een hele belevenis.

Biologie
Dit was de laatste les die vandaag op het programma stond. Er zijn er inderdaad maar 6. Deze les bleef eigenlijk redelijk klassiek. De leerstof werd door een aantal leerlingen voorgelezen uit het handboek en hier en daar gaf de leerkracht een extra woordje uitleg. De oefeningen werden verbeterd door het rijtje af te gaan en de leerlingen de oplossing te laten geven. 

Het onderwerp van deze les was seksualiteit. In een eerste jaar is dit misschien wel vroeg – wij behandelen die leerstof meestal in het tweede jaar – maar aan de reactie van sommige leerlingen te zien was het misschien toch wel al nodig. Vreemd genoeg zit een groot deel van de meisjes hier al op hun 13 jaar aan de pil. 

Algemene opmerkingen
Er zijn tijdens deze en vorige dagen mij een aantal dingen opgevallen die toch een beetje anders zijn dan bij ons. Ik zet ze eens op een rijtje. 

Infrastructuur: In deze school hangt echt in elk klaslokaal een Smartboard. Het is niet helemaal hetzelfde bord als datgene wat wij kennen - het heeft geen touchscreen- maar het is even luxueus. Echt in elk lokaal is dit voorhanden, met de bijbehorende computer of laptop. 

Eerlijkheid: Dit is iets wat hier in Ichthus zeer hard op prijs wordt gesteld. Leerlingen zullen hier niet gauw afkomen met excuses voor hun huiswerk of slechte toetsen. Hier hangt een erg open cultuur, de leerlingen zeggen gewoon waar het op staat. Dit geldt ook voor de leerkrachten. Als zij geïrriteerd raken door iets wat de leerlingen doen, vertellen zij dit ook. Dit zorgt voor een aangename sfeer. 

Openheid: Er heerst ook een erg open cultuur in deze school. Dit is de eerste school waar ik kom met een leraarskamer die altijd open staat. Als je door de gang loopt, zijn er ook altijd heel wat klassen die open staan. Ik als stagiaire ben ook welkom in elke les. Iedereen is enorm hartelijk en de deur staat steeds open voor iedereen. Dit staat toch wel in contrast met ervaringen die wij soms in België in stagescholen meemaken. Daar heeft men liefst zo weinig mogelijk ‘pottekijkers’. 

Geen agenda’s: De leerlingen hebben geen schoolagenda zoals wij die kennen. Vaak hebben leerlingen een eigen agenda die ze daarvoor gebruiken. Alle taken en toetsen worden door de leerkracht op het elektronisch leerplatform van de school gezet. Zo weten de leerlingen ook wat ze tegen wanneer moeten doen. 

Hoog niveau: Ik heb vandaag een hele dag les gevolgd in een 1 VMBO-klas. Dit is ongeveer hetzelfde als het beroepsvoorbereidend leerjaar bij ons. Het zal je wel meteen opvallen dat deze leerlingen eigenlijk nog heel wat theorievakken krijgen. De theorie hierbij is eigenlijk ook van een erg hoog niveau. De leerlingen moeten heel wat dingen zelfstandig doen en de opdrachten die krijgen zijn nog niet zo eenvoudig. 

Magister: Dit is het online leerplatform van de school. Heel wat scholen in België hebben ook iets dergelijks maar vaak wordt het niet zo intensief gebruikt als hier. Taken en toetsen worden aangekondigd via magister, extra papieren worden hierop geplaatst, mededelingen zijn via internet zichtbaar, … 

Resultaten: De leerlingen kunnen via magister ook hun resultaten raadplegen. Ze hebben dus een heel goed zicht waar ze staan voor elk vak. Een rapport komt dus nooit echt als een verrassing. Het is dus heel wat transparanter dan het puntensysteem bij ons. 

Maturiteit van de leerlingen: Ik heb vooral kennis gemaakt met leerlingen uit het eerste jaar. Wat mij opviel, is de maturiteit van de meisjes uit deze klas. Ze zien er echt allemaal een stuk ouder uit dan de gemiddelde Belgische eerstejaars. Vaak zijn op deze leeftijd de meisjes hier ook een kop groter dan de jongens. Bovendien loopt de meerderheid al rond met make-up. Ook in de gespreksonderwerpen zie ik heel wat verschillen tussen de jongens en de meisjes. Daar waar de meisjes het over make-up, jongens en liefde hebben, zijn de jongens volop Star Wars aan het naspelen. Wat heerlijk om jong te zijn!

 Al bij al heb ik vandaag weer een erg leerrijke dag gehad.