Alles even op een rijtje:
Officieel heet de lerarenopleiding hier ‘Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie’. Voortgezet onderwijs is wat wij secundair onderwijs noemen. Binnen dit voortgezet onderwijs mogen ze in alle jaren van het vmbo en de eerste drie jaren van het havo en vwo les geven. Net zoals ons mogen deze studenten met hun diploma ook in het volwassenenonderwijs aan de slag. Het beroepsonderwijs hier in Nederland is toch nog net iets anders dan bij ons. Beroepsonderwijs wordt ingericht na het vmbo. Je kan dus ook lesgeven aan leerlingen van 16 tot 20 jaar die zich verder bekwamen in een beroep.
Dit is eigenlijk redelijk gelijklopend aan hoe het bij ons is. Het grootste verschil is toch wel dat de lerarenopleiding hier vier jaar duurt in plaats van drie. In deze vier jaar kiezen de leerlingen ook – net als wij - voor twee vakken.
Wat heel anders is dan bij ons, is dat de studenten voor de aanvang van de lerarenopleiding een intakegesprek moeten doen. In dit gesprek wordt gepeild naar de motivatie en de voorkennis van de studenten. Men kan je na dit gesprek niet weigeren.
De opleiding is een beetje anders ingedeeld dan bij ons. Een schooljaar bestaat uit vier periodes van tien weken.
De opleiding bestaat uit majors en minors. De majors zijn de basis van de opleiding en bevatten alle noodzakelijke kennis om als leerkracht aan de slag te kunnen. In het tweede en derde jaar worden die majors aangevuld met minors. Minors zijn keuzevakken en bevatten leerstof die niet noodzakelijk is maar een mooie aanvulling bieden en die een persoonlijke toets aan je studietraject geven.
Aan het einde van het vierde jaar is er een LiO-stage (leraar in opleiding). Deze stage bestaat uit een half jaar lesgeven en een eindportfolio, onze bachelorproef.
 |
| De open dag in Windesheim |
In het eerste jaar moeten alle studenten een taalproef afleggen. Goede taalvaardigheid vinden ze hier erg belangrijk. Als je niet slaagt op de test moet je de richting verlaten. In het eerste jaar maken de studenten ook al kennis met de praktijk met een oriënterende stage. Net zoals bij ons is het de bedoeling dat de studenten met hun eerste stage ontdekken of het onderwijs iets voor hen is.
Vreemd is ook dat heel wat studenten hier tijdens hun studies al een centje bijverdienen met een baantje in het onderwijs. Ondanks het feit dat ze geen diploma hebben zijn er al heel wat studenten die op een school bijles geven, huiswerkbegeleiding doen of een zieke leerkracht vervangen.
Ik hoop dat ik hiermee al wat meer zicht heb kunnen geven op het Nederlandse schoollandschap. Voor ik afsluit heb ik toch nog enkele interessante weetjes kunnen sprokkelen:
- De studenten geschiedenis maken in hun derde jaar een uitstap naar Istanbul.
- De campus heeft een eigen boekenwinkel en supermarkt met zowat alles wat je maar in een supermarkt kan vinden.
- Windesheim biedt zijn studenten ook sportmogelijkheden aan. In de (gigantische) sporthal kan je in je vrije tijd zowat alle sporten denkbaar beoefenen.
- Op de campus worden jaarlijks naar het schijnt 1,3 miljoen koppen koffie gedronken
- Examens heten hier niet examens maar tentamens.
- Ons Vlaams onderwijs staat hier heel hoog aangeschreven. Bovendien is het een pak goedkoper. Een jaar studeren kost hier (voor 2012-2013) € 1.713.
