Het wordt ook eens tijd dat ik wat meer vertel over de
structuur van het onderwijs in Nederland. Ik heb allicht al wat termen gebruikt
die niet meteen bekend klinken. Ik heb een collega gevonden die me wat meer
wilde vertellen over het onderwijslandschap hier.
In Nederland valt het onderwijs onder de bevoegdheid van het
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Momenteel is Marja van
Bijsterveldt minister van onderwijs. Net zoals hier in België, kan het
onderwijs in Nederland opgedeeld worden in twee takken. Enerzijds is er het
openbaar onderwijs. Anderzijds is er ook bijzonder onderwijs. Openbaar
onderwijs is onderwijs dat is opgericht door de regering. Bijzonder onderwijs
is al het onderwijs dat niet is opgericht door de regering. Het gaat dus over
onder andere katholiek onderwijs, Islamitisch onderwijs, methode-onderwijs,…
Daarnaast bestaat ook het speciaal onderwijs. Dit is te vergelijken met ons
buitengewoon onderwijs en is voor leerlingen met leermoeilijkheden.
Het middelbare onderwijs wordt hier voortgezet onderwijs
genoemd. Hierbinnen zijn er een aantal verschillende niveaus.
vwo
Laat ik beginnen met het vwo. Vwo is de afkorting voor voorbereidend
wetenschappelijk onderwijs. Dit is de meest theoretische studierichting. De
eerste drie jaar zijn algemeen, voor alle leerlingen in vwo hetzelfde. Na drie
jaar maken de leerlingen een profielkeuze. Ze kunnen kiezen uit volgende
profielen: cultuur en maatschappij, economie en maatschappij, natuur en
gezondheid of natuur en techniek. Elk van deze profielen hebben een aantal
verplichte vakken. Naast deze verplichten vakken kiezen de leerlingen ook een
aantal keuzevakken.
Profielkeuze voor vwo |
De leerlingen vwo studeren af na zes jaar in het voortgezet
onderwijs. Het zijn meestal de leerlingen uit vwo die doorstromen naar de
universiteiten. Hier volgen ze dan een academische bachelor van meestal drie
jaar en nadien kunnen ze eventueel nog verder studeren.
gymnasium
Een speciale vorm van vwo is het gymnasium. Dit zijn de
opleidingen die binnen het vwo de vakken Grieks en/of Latijn aanbieden.
havo
Naast vwo bestaat er in Nederland ook havo. Havo staat voor
hoger algemeen voortgezet onderwijs. Leerlingen in het havo studeren hierin
gedurende vijf jaar. Deze leerlingen hebben dus een diploma voortgezet
onderwijs op hun 17e. Ook deze leerlingen hebben drie jaar algemene
vakken en maken voor het begin van het vierde jaar een keuzeprofiel op. Net als
in havo kunnen ze kiezen uit de vier profielen die ook in havo gehanteerd
worden.
Profielkeuze voor havo |
Als deze leerlingen op hun 17 een diploma in handen hebben
stromen ze meestal door naar hogescholen. Daar volgen ze dan een professionele
bachelor van vier jaar. Het verschil met ons onderwijs is dus dat deze
leerlingen een jaar vroeger uit het middelbaar komen maar een jaar langer in de
hogeschool zitten.
vmbo
Vmbo staat voor voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs.
Dit is een stukje in het Nederlandse onderwijslandschap dat nog niet zo
eenvoudig is.
Binnen het vmbo zijn er vier leerwegen:
-
De theoretische leerweg (tl): Dit is, samen met
de gemengde leerweg, de cognitief moeilijkste leerweg binnen vmbo. Binnen deze
leerweg hebben de leerlingen nog geen beroepsgericht vak maar ze leggen wel
examen af in vijf theoretische vakken.
-
De kaderberoepsgerichte leerweg (kl): In deze
leerweg doen de leerlingen theorie op door ervaringen in de praktijk. Deze
leerlingen leggen examen af in vier theoretische vakken en één beroepsgericht
vak.
-
De basisberoepsgerichte leerweg (bl): Deze
leerweg is minder theoretisch aangelegd. De leerlingen leggen examen af in vier
theoretische vakken en één beroepsgericht vak.
-
De gemengde leerweg (gl): Deze leerweg is
bedoeld voor leerlingen die geen moeite hebben met studeren maar zich toch al
willen toespitsen op een beroep. Deze leerlingen leggen examen af in vijf
theoretische vakken en één beroepsgericht vak.
Binnen deze leerwegen kiezen de leerlingen ook weer voor een
sector. Ze kunnen kiezen voor techniek, economie, landbouw en groen of zorg en
welzijn.
Profielkeuze voor tl, een van de leerwegen binnen vmbo |
De leerlingen uit het vmbo stromen na vier jaar door naar
het mbo, het middelbaar beroepsonderwijs. Het mbo is een onderwijsvorm die ook
weer vier jaar duurt. De leerlingen die uit het vmbo doorstromen naar het mbo
zijn dus ongeveer 20 jaar als ze op de arbeidsmarkt komen. Binnen het mbo
kiezen ze weer één van de sectoren die ook in het vmbo bestaan. In het mbo
worden ze dan klaargestoomd voor een later leven in het beroepenveld.
centrale examens
Aan het einde van de carrière in het voorgezet onderwijs
wordt een examen afgenomen. Deze examens zijn centraal en dus niet opgesteld
door de school zelf. Alle leerlingen in Nederland die binnen eenzelfde jaar en
eenzelfde profiel afstuderen hebben dus hetzelfde examen.
Bij dezen hoop ik dat ik de kluwen van het Nederlandse
onderwijs een beetje heb ontward. Ik hoop ook dat eerdere blogberichten nu
misschien iets duidelijker geworden zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten